6 SAMENSPEL

 

De Lucht is helemaal blauw. Het is 6 graden. 

Hier en daar zie ik nog een witte strook rijp langs de weg en een licht bevroren waterplas.
Terwijl ik even naar de vogels op het vliesdunne laagje ijs sta te kijken, zie ik haar opeens, onderaan de dijk langs het water. Ze verdwijnt en verschijnt. Ze begeleidt en gaat voor. Ze intrigeert me, tweedimensionaal en donker als ze is.

Eenmaal van de dijk af, komt ze direct dichterbij.
Samen gaan we naar beneden, langs het pad bij het viaduct.  Een langgerekte hoek grond waar ik eens, in een ander jaargetijde, werd geïntimideerd door een meute – aanvankelijk  vredig grazende - schapen.

Ze hadden verschrikt opgekeken, als reactie op mijn blatende groet en bleven als bevroren staan, terwijl de grassprieten links en rechts slordig uit hun bek staken.
Toen begonnen ze plotseling, de één na de ander, in mijn richting te hollen. En ze liepen elkaar daarbij zowat onder de voet, blatend in koor en in alle toonaarden. Een dijk vol dissonanten.
Heel toevallig had ik kort daarvoor op tv een reclame gezien, over een film met geflipte schapen in de hoofdrol en het voelde heel creepy met al die streepogen van al die bloeddorstige beesten op mij gericht. Het had wel even geduurd voordat de hele kudde weer tot rust was gekomen en verder graasde. Slechts nagestaard door nog een enkel ongerust schaap, vervolgde ik toen mijn weg.
Maar nu, in de winter, is alles daar heel normaal.
Mijn oren signaleren ook vandaag weer het één en ander. Vooral als ik inmiddels in het mini moerasje ben aangeland.
"'Tudeluut, twieiet, fiedel". Het is een vredig geheel, waarbinnen mijn begeleidende tweelingzus zich uitstrekt, schuin over de lange loopbrug heen.
Vleugels klapperen. Eendjes dobberen. Takken wiegen.

Bij de kinderboerderij blijf ik expres even staan en mijn platte donkere begeleidster strekt zich ook hier meteen uit over het hele grasveld. Ik beweeg en kijk of het aldaar grazende schaap iets merkt. Nee. Het schaap graast schaamteloos door haar heen.
Daar komen drie fietsers, aflopend van groot naar klein. Het is een vader met twee zoontjes, die duidelijk een educatief tochtje aan het maken zijn.
“We gaan linksaf! Neehee, dat is de andere kant!”

“Papaaa, hij snijdt mij!”
“Hoe moet je iemand inhalen? Je hebt hem gesneden, Dat betekent dat je………..”

De rest kan ik niet meer verstaan.
Dan, als de zon achter de bomen verdwijnt, worden we op het pad allemaal, inclusief platte metgezellen, opgeslokt door de schaduw.
Terug op de dijk ga ik richting huis.
En daar ligt ze weer. Mijn begeleidster, mijn tweelingzus, mijn metgezel. Mijn schaduw.
Languit, dwars over de dijk heen. Ik zie haar hoofdje helemaal beneden langs het water bewegen. Dan laat ik het even zigzaggend door het water glijden. Een leuk spelletje.
Ondertussen rijden op de dijk een paar fietsers zonder pardon over haar hele lange hele dunne lijf. Wat doe je eraan?
Haar doet het niks. Plat is plat.

Als ik even later mijn voordeur open doe, is ze nergens meer te bekennnen.            

                     

 

 

 

 

 

 

 

Januari 2015

 

 

 

 

 

 

----